Maandag 29 augustus bracht minister Karien van Gennip (SZW) een werkbezoek aan de werkdesk Oekraïne van het Regionaal Werkcentrum (RWC) Groot-Amsterdam. Zij ging in gesprek met vluchtelingen uit Oekraïne over werken in Nederland en hun werkgevers. Ook sprak zij met medewerkers over de publieke-private samenwerking en deelden werkdeskmedewerkers wat werkt en niet werkt bij het bemiddelen naar werk.
Wethouder Rutger Groot Wassink van Amsterdam licht toe hoe in mei 2022 is gestart met de bemiddeling naar werk. “Dankzij de prima publiek-private samenwerking die al bestaat binnen RWC Groot-Amsterdam hebben we dit snel kunnen oppakken.”
Robert Oehlers van het WSP Amstelveen vertelt dat ze in zijn stad zelfs al op de troepen vooruitliepen. “Nog vóór de officiële regelgeving zijn we in gesprek gegaan met de Oekraïners in onze gemeente. Naast het geven van praktische informatie over hoe de belangrijkste zaken in Nederland werken, hebben we degenen die dat wilden de mogelijkheid geboden om te bemiddelen naar werk. Daarbij valt op dat het werkethos bij deze mensen – ‘ik wil wel 100 uur per week werken’ – bijzonder hoog is.”
Oehlers geeft wel aan dat de gesprekken heel anders verlopen dan bij statushouders, omdat Oekraïners niet hoeven in te burgeren. Oekraïners mogen direct aan het werk als ze dat willen. Groot-Wassink noemt de aanpak van de werkdesk Oekraïne ‘een soort omgekeerde inburgering’; eerst aan het werk en eventueel later de taal leren.
Yaroslav kreeg tijdens een Meet & Greet bijeenkost van de werkdesk gelijk een baan bij McDonalds. Wat is leuk aan werken in Nederland? “Je ontmoet allemaal mensen van allerlei nationaliteiten en het is goed voor m’n Engels.” Foto: Richard Mouw
Succesverhalen dankzij meertaligheid Oekraïense werkdeskmedewerkers
Van Gennip luisterde met veel belangstelling en betrokkenheid naar de verhalen van enkele Oekraïense vluchtelingen die succesvol aan het werk zijn gegaan via bemiddeling van de werkdesk. Zo was daar het verhaal van de 16-jarige Yaroslav die via een Meet & Greet, georganiseerd door het Werkgevers Servicepunt (WSP) Groot-Amsterdam, met werkgevers uit de regio een leuke baan had gevonden bij McDonalds Amsterdam. Op de bezorgde vraag van de minister of hij toch ook wel naar school ging, kon Yaroslav haar geruststellen.
Uit alle verhalen blijkt dat het feit dat de werkdesk medewerkers heeft die de Oekraïense en Russische taal machtig zijn, een belangrijke succesfactor is. Anna Tomilova is in Oekraïne opgeleid als intercedent en nu werkzaam bij uitzendbureau Manpower. “Er zijn genoeg bedrijven in de regio die Oekraïners in dienst willen nemen, ook al spreken ze geen Nederlands of Engels. Doordat ik zowel de Nederlandse werkgever als de Oekraïense vluchteling begrijp en daardoor hun vertrouwen heb, verloopt de bemiddeling soepel.”
Interessante aanpak
Uiteraard was de minister ook geïnteresseerd in de organisatie achter de werkdesk. Een enthousiaste Ghizlane Bensi, medewerker van de werkdesk, benadrukt de kracht van samenwerking tussen de verschillende partijen, zoals WSP, gemeenten en uitzendbureaus. “We doen het echt met en voor elkaar en kijken daarbij naar waar de expertise zit en niet naar wie nu precies welke functie bij welke samenwerkingspartner heeft. Daar zijn de mooie verhalen uit voortgekomen.”
Wethouder Groot Wassink beaamt dat andere bedrijven door de succesverhalen gestimuleerd worden om ook mee te doen. Een van de weinige mannen die gevlucht zijn is Vadym Dymenko. Hij vertelt dat hij met de hulp van Anna een baan heeft gevonden bij Swapfiets. Weliswaar niet zijn vakgebied (Vadym is opgeleid als ingenieur), maar hij is niettemin blij dat hij werk heeft. “Ik dank de Nederlandse regering dat ik deze kans heb gekregen en dat ze zo goed voor mij zorgen.”
Selma Nijhof, manager RWC Groot-Amsterdam, wil nog wel even iets kwijt over scholing: “Niet alle diploma’s die de mensen hebben zijn geldig in Nederland. Het zou fijn zijn als daar geld voor vrijgemaakt zou kunnen worden.”
Uitbreiding dienstverlening werkdesk
Vanaf september wordt de werkdesk aangevuld met begeleiding voor Oekraïners die niet direct aan het werk kunnen maar bijvoorbeeld extra taalondersteuning nodig hebben of hulp bij het organiseren van kinderopvang.
Bij het zoeken van een geschikte werkplek moet ook rekening gehouden worden met zaken als reistijd en -kosten én kinderopvang. De grootste groep Oekraïense vluchtelingen bestaat immers uit vrouwen met kinderen. Ghizlane Bensi: “Vrouwen die elkaar kennen van de opvanglocatie proberen dat in eerste instantie onderling te regelen. Dat is mooi om te zien, maar lukt helaas niet altijd. Wij lopen dan aan tegen het feit dat een vrouw een baan heeft gevonden, maar er niet naartoe kan omdat er geen opvang is voor haar kind of omdat de werkgever niet op fietsafstand zit.”
Minister Van Gennip neemt in elk geval mee terug naar Den Haag dat de werkdesk-aanpak en publiek-private samenwerking van het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam succesvol is en wellicht in de toekomst op meerdere plekken toegepast kan worden. Ze wil de voortgang van de integratie van Oekraïense vluchtelingen op de arbeidsmarkt langere tijd volgen. En “meenemen wat we van de succesfactoren kunnen leren voor de begeleiding van statushouders met een inburgeringsplicht.”
Zie ook de verhalen op AT5 en Het Parool